Begroting 2020

Financiering

EMU-saldo, renterisiconorm en schuldpositie

Op 3 maart 2015 heeft het algemeen bestuur besloten om zowel de EMU-referentiewaarde als de renterisiconorm als uitgangspunt te nemen bij het beoordelen van de investeringsplanning en de schuldenpositie en hiermee bij de begroting en het meerjarenperspectief rekening te houden.
Deze paragraaf beschrijft de ontwikkeling van het EMU saldo. In Financiën/ Financiering/ rentemanagement is de renterisiconorm toegelicht. Ook wordt de ontwikkeling van de schuldenpositie weergegeven.

EMU-referentiewaarde
Het doel van de Wet HOF is er voor te zorgen dat Nederland voldoet aan de binnen Europa afgesproken norm van maximaal 3% tekort op de begroting. De 3%-norm is daarbij doorvertaald naar een aandeel voor de decentrale overheden. Het Rijk hanteert een zogenaamde ‘macronorm’ voor de drie decentrale overheden gezamenlijk. Voor het kabinet is er geen aanleiding om in te zoomen op sectoren (en dus ook niet op individuele overheden) zolang de norm voor de decentrale overheden als geheel niet wordt overschreden. De individuele EMU-referentiewaarden zijn vooral bedoeld als richtsnoer voor het toegestane tekort op het niveau van individuele overheden.

In 2018 hebben de Unie van Waterschappen, IPO en VNG met het kabinet afspraken gemaakt over de ruimte in het Nederlandse EMU-tekort voor de decentrale overheden in de periode 2019 tot en met 2022. Deze ruimte bedraagt 0,4% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Inmiddels is deze ruimte ook onderverdeeld: 0,27% gemeenten, 0,08% provincies en 0,05% waterschappen. Op basis van de vastgestelde verdeelsleutel van de ‘geraamde netto-exploitatiekosten van het voorgaande jaar’ leidt dit voor Wetterskip Fryslân tot een (indicatieve) EMU referentiewaarde van € 21,5 miljoen voor 2020. In onderstaand schema is deze waarde ook voor de latere jaren als referentiewaarde gehanteerd.

EMU-exploitatiesaldo (bedragen x 1 miljoen)

2020

2021

2022

2023

2024

Bruto exploitatiesaldo

-3,2

-3,6

-1,6

-0,4

-0,1

Investeringsuitgaven

-71,2

-49,9

-63,6

-53,3

-54,3

Afschrijvingslasten

39,6

41

41,7

42,5

43,6

Toevoegingen aan voorzieningen en onvoorzien tlv exploitatie

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

Betalingen rechtstreeks uit de voorzieningen

-0,8

-0,8

-0,8

-0,8

-0,8

EMU saldo

-35,1

-12,8

-23,8

-11,5

-11,1

EMU-norm (referentiewaarde)

-21,5

-21,5

-21,5

-21,5

-21,5

Overschrijding EMU referentiewaarden

13,6

-8,7

2,3

-10

-10,4

Het EMU-saldo komt in 2020 volgens de begroting hoger dan de (indicatieve) referentiewaarde uit. In de jaren daarna is de waarde over het algemeen onder de (indicatieve) referentiewaarde. Over de periode van vijf jaar bezien, ligt het EMU-saldo onder de referentiewaarde.

Deze overschrijding wordt verantwoord geacht omdat:

  • De overschrijding van het EMU-saldo wordt deels veroorzaakt door de voorfinanciering van gesubsidieerde projecten (o.a. HWBP Koeho0l-Lauwersmeerdijk). Hierdoor is er een tijdsverschil tussen uitgaven en de subsidieontvangsten. Voor de HWBP-projecten geldt ook dat deze landelijk geprogrammeerd worden en Wetterskip Fryslân daar beperkt invloed op heeft.
  • De uitgaven in 2020 ook projecten betreffen die al gestart zijn en waarvan de uitgaven over meerdere jaren gespreid zijn. Grote investeringsuitgaven in 2020 hebben bijvoorbeeld betrekking op de zonnepanelen op rioolwaterzuiveringen en de renovatie van de rwzi Harlingen. Het is niet zinvol deze projecten stil te zetten omwille van het EMU-saldo.
  • De jaren na 2020 grotendeels een overschot op het EMU-saldo laten zien.
  • Eventuele gevolgen van het programma aanpak stikstof (PAS) en PFAS zijn niet meegenomen vanwege de onduidelijkheid die hierover nog bestaat. Op termijn zal er naar verwachting meer duidelijkheid ontstaan over de concrete gevolgen voor de op stapel staande projecten van Wetterskip Fryslân.
  • De referentiewaarde voor het EMU-saldo een berekeningswaarde is waarover gerapporteerd wordt. De doelstellingen zijn opgehangen aan de gehele waterschapsector en niet alleen aan de individuele waterschappen.

Aan het overschrijden van het EMU-saldo vooralsnog geen sancties zijn verbonden. Zolang daarvan geen sprake is, heeft het overschrijden van het saldo geen bedrijfseconomische consequenties.

Schuldquote (langlopende schuld / netto belastingopbrengst)

In bovenstaande grafiek is de schuldquote van begroting 2020 afgezet tegen de schuldquote uit de begroting 2019. Door het treffen van maatregelen, in combinatie met het actualiseren van de investeringsplanning, is in de begroting 2020 een verbetering van de schuldquote zichtbaar.

Gezien de uitkomsten van de renterisiconorm en het feit dat er (meerjarig) geen structurele overschrijding van de EMU-referentiewaarde is, acht het dagelijks bestuur het verantwoord om met de huidige meerjarige investeringsplanning en bijbehorende ontwikkeling van de schuldpositie te werken. Daarnaast laat de langjarige ontwikkeling van de schuldquote, mede door het treffen van maatregelen een verantwoorde ontwikkeling zien.

ga terug