Het beleid over de reserves en voorzieningen is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen. Op grond van dit beleid staan er op de balans de volgende reserves:
- Algemene reserves.
- Reserves voor tariefegalisatie.
- Overige bestemmingsreserves.
Algemene reserves
Algemene reserves dienen om onvoorziene fluctuaties op korte termijn op te kunnen vangen. Bij de behandeling van het Meerjarenperspectief 2019-2023 op 10 juli 2018 heeft het algemeen bestuur besloten de minimumnorm voor de reserve van de taak watersysteembeheer vast te stellen op € 3,0 miljoen en voor de taak zuiveringsbeheer op € 2,0 miljoen. Hiermee acht het algemeen bestuur voldoende buffer te hebben om te kunnen anticiperen op mogelijke risico’s. De hoogte van de bedragen is gebaseerd op een analyse van de incidenten die zich in de jaarrekeningen van de afgelopen acht jaar hebben voorgedaan.
Reserves voor tariefegalisatie
Indien de reserves boven de norm van het weerstandvermogen komen, wordt het meerdere toegevoegd aan de reserves voor tariefegalisatie. Egalisatiereserves zijn reserves die dienen om ongewenste schommelingen in de belastingtarieven op te vangen en dienen niet specifiek bestemd te worden.
In Financiën/ Reserves en voorzieningen/ Algemene reserve en reserve tariefegalisatie worden de algemene reserves toegelicht. De algemene reserves worden daarbij beschouwd als het saldo van de algemene reserves (de reserves tot de norm van € 5,0 miljoen) en de bestemmingsreserves voor tariefegalisatie (de reserves boven de norm van € 5,0 miljoen).
Bestemmingsreserves
Het algemeen bestuur kan bij de bestemming van het resultaat besluiten tot het vormen van en/of het doteren aan bestaande bestemmingsreserves. Voorwaarde voor het vormen van een bestemmingsreserve is dat er aan de besteding een doelstelling en een plan van aanpak ten grondslag liggen. Voor een toelichting op de afzonderlijke bestemmingsreserves wordt verwezen naar Financiën/ Reserves en voorzieningen/ Bestemmingsreserves.