Begroting 2020

Financieel economische ontwikkelingen

De ontwikkeling van de financiële parameters rente, cao en inflatie wordt hieronder weergegeven.
Er wordt gewerkt met zo goed mogelijke macro-economische voorspellingen op basis van gegevens van het Centraal Plan Bureau, de Europese Centrale Bank en de externe treasurer.

Inflatie
Voor de inflatieverwachtingen in de begroting is aangesloten bij het streven van de Europese Centrale Bank om de inflatie op middellange termijn op of onder de 2% te houden. Een inflatiepercentage van 2% is aangehouden.

Personeelslasten
De personeelslasten stijgen, als gevolg van de nieuwe cao, in 2020 met gemiddeld 3%. Daarnaast is in de begroting 2020 rekening gehouden met de jaarlijkse structurele salarisverhoging bij goed presteren (voor zover het maximum van de schaal nog niet is bereikt). Met ingang van 2021 is conform de bestendige gedragslijn van de afgelopen jaren gerekend met 2,5%.

Energie
De daling van het leveringstarief elektriciteit die sinds 2013 gaande was, is ingrijpend gekanteld. Hierdoor is elektriciteit in 2020 fors duurder geworden. Het tarief voor levering van energie neemt in 2020 met 46% toe ten opzichte van 2019. Voor netbeheer is rekening gehouden met een jaarlijkse stijging van 1,5%. Een stijging voor de energiebelasting, netbeheer en duurzame opslag is vanwege de onduidelijkheid ten tijde van het opmaken van deze begroting niet ingerekend (zie ook Financiën/ risicoparagraaf).We zijn volop bezig met innovatieve ontwikkelingen om ons energieverbruik te verduurzamen. De uitkomsten hiervan zijn nu nog niet duidelijk. Circa vier keer per jaar wordt het energieverbruik en de daarmee samenhangende kosten vanuit verschillende disciplines besproken en gemonitord.

Rente
In de begroting 2020 is de renteontwikkeling opgenomen die is gebaseerd op de treasurycommissie van 8 oktober 2019 en de inzichten van de externe treasurer. Deze renteontwikkeling is geactualiseerd op basis van de meest recente gegevens en inzichten. De verwachting is dat de rente zich opwaarts zal bewegen. Voor de korte rente wordt in 2020 uitgegaan van -0,25%; voor de lange rente van 0,50%.

2020

2021

2022

2023

2024

Korte rente

-0,25%

0,00%

0,50%

1,00%

1,50%

Lange rente

0,50%

1,50%

2,00%

2,50%

3,00%

Korte rente
Kortlopende rentetarieven worden bepaald door de ontwikkelingen op de geldmarkt en dus door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De geldmarktrente is al lange tijd stabiel laag. Een fundamentele stijging van de korte rente wordt momenteel niet voorzien. Voor het begrotingsjaar 2020 wordt uitgegaan van een korte rente van -0,25% die geleidelijk oploopt naar 1,50% in 2024.

Lange rente
De kapitaalmarktrente is afhankelijk van de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Hier spelen dus de verwachtingen over de economie, de inflatie en politieke ontwikkelingen een belangrijke rol. Het beleid van Wetterskip Fryslân is om, evenals in voorgaande jaren, optimaal te profiteren van de lage korte rentestand. De lange rente wordt tussen een zekere bandbreedte nauwlettend in de gaten gehouden en in de treasurycommissie besproken. Zodra bij een rentestijging de bandbreedte wordt doorbroken, wordt meteen actie ondernomen om (een deel van) de kasgeldleningen om te zetten in een lange lening. Voor het begrotingsjaar wordt van een percentage voor de lange rente van 0,50% uitgegaan, oplopend naar 3,00% in 2024.

ga terug