Begroting 2020

Bestuur en organisatie

Opgave open communicatie (CA37, CA38 en CA39)

Zaakgericht werken
De Omgevingswet heeft onder andere tot doel de toegang tot de dienstverlening en informatie van de overheid makkelijker te maken. Dit lukt, als we werken met één loket en maximale inzet op digitale dienstverlening. De basis achter het loket wordt gevormd door zaakgericht werken.
Belangrijk bij zaakgericht werken is dat de vraag van de klant centraal staat. Persoonlijk contact en maatwerk zijn belangrijke ingrediënten voor een succesvolle dienstverlening. Als klant word je actief geïnformeerd over de voortgang en heb je inzicht in het dossier en de verwachte afhandeltermijn. Kenmerk van zaakgericht werken is ook dat de klant een vast aanspreekpunt heeft.

Wat we in 2020 doen aan zaakgericht werken
In 2020 starten we met de invoering van zaakgericht werken. We beginnen bij vergunningverlening, toezicht en handhaving, gekoppeld aan de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2021. Na vergunningverlening, toezicht en handhaving volgen de andere processen. Met als einddoel dat uiteindelijk de hele organisatie zowel extern als intern digitaal en zaakgericht werkt. Daarmee realiseren we ook de ambitie die alle waterschappen hebben uitgesproken in de ‘baseline op orde’. Uiteindelijk gaan we CRM-software (‘customer relationship management’) voor alle externe én interne contacten invoeren.

Prestatie indicator

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Zaakgericht werken ingevoerd voor vergunning-verlening, toezicht en handhaving

CRM-systeem ingevoerd

Open dialoog en maken van verantwoorde keuzes (CA44)
Wij willen onze bestuurlijke besluitvorming structureel baseren op een afweging van reële varianten en alternatieven. Met daarbij een beschrijving van de effecten per variant/alternatief. Dit heeft als doel dat we via een open dialoog tot verantwoorde en te verantwoorden keuzes komen.
Met een nieuw format voor bestuursvoorstellen geven we daar invulling aan. Vooral bij voorstellen waarin we om extra middelen vragen, brengen we in beeld welk maatschappelijk effect we voor ogen hebben (kosten, klimaat en samenleving). En wat er gebeurt als we géén extra middelen toekennen. In de loop van 2020 zal de nieuwe aanpak worden toegepast in een toenemend aantal bestuursvoorstellen.

Integrale gebiedsprocessen: in dialoog met onze belanghebbenden
We werken aan integrale gebiedsprocessen. Voor het realiseren van onze belangrijkste opgaven is draagvlak nodig. Omdat er conflicterende of juist elkaar versterkende belangen kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor de opgaven die onze belanghebbenden hebben.
We kunnen het dus niet alleen. Daarom gaan we met onze belanghebbenden in gesprek. Hierbij is het bepalen van het gezamenlijke belang een fundamentele factor. Vroegtijdig samenwerken vergroot de kwaliteit van de oplossingen. En het zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit direct op tafel komen. Het bepalen van de meest geschikte samenwerkingsvorm is altijd maatwerk.

De praktijk van participatief werken
Participatief werken kost veel tijd en inzet. Diverse belanghebbenden zijn niet gewend aan deze manier van werken. We moeten vertrouwen opbouwen, overeenstemming bereiken over de feiten en leren besluitvorming te delen. Daarnaast is er geen garantie dat de opgaven echt gerealiseerd worden.
Voor zelfbeheer door (groepen) agrariërs zijn beleid en kaders nodig. Dit moet ontwikkeld worden. We onderzoeken in verschillende pilots hoe we ‘right to challenge’ (het overnemen van onze taken door belanghebbenden) het beste kunnen vormgeven. Pilots zijn bijvoorbeeld: najaarsonderhoud hoofdwater Nieuwe Ruigezandsterpolder, Noordermar, De Gronzen, De gouden bodem en zomer- en najaarsonderhoud Groote Veenpolder door ELAN.

Samenwerken met andere overheden (CA 42)
De complexiteit in de samenleving is de laatste decennia sterk toegenomen. De interactie tussen de verschillende belanghebbenden is steeds groter geworden. Voor ons als waterschap geldt ook dat we in ons werk met steeds meer factoren te maken hebben. Om als overheid toch daadkrachtig en doeltreffend te blijven werken, blijkt samenwerking met andere overheden nodig.
We werken al bij veel onderwerpen samen met andere overheden, waaronder de provincie Fryslân. Zo zijn we nauw betrokken bij het opstellen van langetermijnstudie boezem, het provinciale waterprogramma in samenhang met ons eigen waterbeheerprogramma. We kijken naar mogelijkheden om deze samenwerking te verdiepen. Een voorbeeld is het ontwikkelen van een provinciebrede flexpool.

Samenwerking binnen afgesproken kaders (CA43)
Met het oog op efficiency en kwaliteit blijven we inzetten op samenwerking. We nemen daarbij wel een kritische houding aan. We gaan in principe verder met de bestaande samenwerkingsverbanden. Wel kijken we in de uitvoering van de samenwerking  naar de meerwaarde die het heeft voor het uitvoeren van onze taken. Dat doen we in ieder geval op het moment dat het contractuele einde van de samenwerking in zicht is. Om alles te kunnen beoordelen, ontwikkelen we een eenvoudig toetsingsinstrument.
Tegelijk zoeken we naar nieuwe samenwerkingsverbanden. Als de gelegenheid zich voordoet, onderzoeken we of dit op termijn waarde oplevert.

We maken in 2020 een inventarisatie
In 2020 maken we een inventarisatie van de samenwerkingsverbanden. Hierin staan concrete mogelijkheden om bestaande samenwerkingsverbanden uit te breiden of nieuwe aan te gaan. Bestaande samenwerkingsverbanden staan in  Financiën/ verbonden partijen.